web analytics

(6) NLP Metaprogramma’s: samenvatting ‘Waarneming’

Ik heb in de vorige stukken geschreven over de NLP Metaprogramma’s:

Ondertussen weet je dat als iemand het zintuiglijk kanaal zien als voorkeur heeft, je diegene plaatjes moet laten zien. Dat iemand met de voorkeur Partner (en niet flexibel is) makkelijk een burn out zou kunnen krijgen. Dat als iemand wel makkelijk kan schakelen tussen eigen, partner en waarnemer hij een goeie coach zou kunnen zijn.


Ik zeg hier met opzet “zou kunnen”. Hoe iemand functioneert en hoe iemand in elkaar steekt is natuurlijk niet afhankelijk van één factor, zelfs niet van één NLP Metaprogramma. Het gaat altijd (ja echt altijd 🙂 om een combinatie van voorkeuren en situaties. Om de hele mens so to speak en in welke omstandigheden die voorkeuren zich voordoen (dat wil niet zeggen dat je altijd alle NLP Metaprogramma’s moet kunnen herkennen om iemand te kunnen bereiken).

Er is bijvoorbeeld een Metaprogramma heden, verleden en toekomst. Al kan iemand nog zo goed schakelen tussen eigen, partner en waarnemer, als hij alleen ‘verleden’ heeft en geen heden of toekomst dan kan hij niet goed coachen. Ik kom erop terug als ik alle NLP Metaprogramma’s beschreven heb. Dan laat ik je zien hoe bepaalde combinaties bepaalde karaktereigenschappen onder bepaalde omstandigheden aangeven, misschien heb je er dan al een gevoel voor ontwikkeld.

En heb je al nuttige dingen ontdekt na deze eerste serie? Is het je opgevallen dat als je de woorden gebruikt die bij het Metaprogramma van die ander hoort, je dan sneller contact hebt? Elkaar sneller begrijpt? “Ga je mee naar de film?” of “Zullen wij naar de film?” of “Ik ga naar die actiefilm, doe je mee?” of “Ga je mee naar de film met die denderende muziek (die prachtige scènes, die emotionele momenten)?” Films zitten meestal zo goed in elkaar dat alle elementen aan de orde komen, belicht worden en het publiek ook emotioneel aanspreekt. Het is maar net welk onderdeel jij benadrukt zodat je je partner meekrijgt.

Welk Metaprogramma benadruk je zodat die ander makkelijker kan beslissen. Als je een auto wilt verkopen aan iemand die voelen als voorkeur heeft, ga je dan uitweiden over de kleur en de uitstralingen of laat je hem dan lekker genieten van de heerlijk zacht aanvoelende bekleding? En als het iemand is die voor ‘informatie’ gaat dan geef je hem toch zeker alle informatie en alle folders die je over die auto hebt?

Als ik iets ga kopen dan voel ik. Een verkoper hoeft mij niets te vertellen, ik hoef geen folders. Ik wil voelen. Het moet tactiel goed voelen en het moet emotioneel goed aanvoelen. Dan heb ik razendsnel beslist. Maar als ik iets heel duurs ga kopen of een dure cursus wil doen dan surf ik het hele internet af tot ik alle informatie ‘gezien’ heb. Als ik iets uit m’n hoofd moet leren of wil onthouden, dan maak ik plaatjes en als ik me op loop te winden en ik wil mezelf kalmeren dan doe ik dat met een rustig ritme, een muziekje of woorden die ik in m’n hoofd hoor. Zo zet ik m’n zintuiglijke kanalen elke keer anders in.

Mijn Bas bijvoorbeeld is, als hij plannen maakt, helemaal auditief (horen). Vertelt mij drie keer wat hij op een dag moet gaan doen. Denkt hardop. Vroeger kon ik me daaraan ergeren. Nu snap ik dat hij het nodig heeft om zichzelf te horen praten om zodoende de dingen op een rijtje te krijgen. Als hij loopt te stressen dan vraag ik aan hem wat hij allemaal gaat doen vandaag, zorg ik ervoor dat hij de dingen op een rijtje krijgt en dan wordt hij rustig.

Op naar de volgende serie NLP Metaprogramma’s: Motivatiefactoren. Wat drijft je?

Laat een bericht achter

NLP Opleidingen
http://ravisie.nl/nlp/opleidingen
Categorieën